directieraad
- di·rec·tie·raad
- samenstelling van directie zn en raad zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | directieraad | directieraden |
verkleinwoord |
de directieraad m
- bijeenkomst van de directie
- ▸ Kort na de directieraad had hij zijn zwanezang in één geut voltooid, zonder onderbrekingen, zonder een droge penpunt steeds van het peinzen, overvloeiend slechts van liefde voor Catharina.[1]
- ▸ "De raad van toezicht noch de bestuurder had voldoende oog voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg, directieraad en zorgmanagers kwamen te laat en onvoldoende in actie, medisch specialisten en verpleegkundigen namen hun verantwoordelijkheid niet, spraken elkaar niet aan en werkten evenmin samen om de uitbraak te beteugelen en nieuwe infecties te voorkomen."[2]
- Het woord directieraad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Gewassen vlees”
(2014), Em. Querido's Uitgeverij
, ISBN 9789021436173
- ↑
Weblink bron
Rinke van den Brink“Microbiologen Maasstad voor tuchtrechter” (25-01-2012), NOS