directiekeet
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- di·rec·tie·keet
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van directie en keet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | directiekeet | directieketen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- keet of gebouwtje waarin de aannemer of opzichter van een uit te voeren werk huist
Gangbaarheid
- Het woord directiekeet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.