dioptrisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dioptrisch (hulp, bestand)
Woordafbreking
- di·op·trisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | dioptrisch | dioptrischer | |
verbogen | dioptrische | dioptrischere | |
partitief | dioptrisch | dioptrischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
dioptrisch [1]
- betrekking hebbend op een dioptrie, de breking van licht
Gangbaarheid
- Het woord 'dioptrisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.