dijkwezen
- dijk·we·zen
- geen meervoud, samenstelling van dijk zn en wezen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dijkwezen | - |
verkleinwoord | - | - |
- (waterbeheer) al wat met betrekking staat tot de dijken en hun bestuur
- Het woord dijkwezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.