Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • die·ven·klauw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dievenklauw dievenklauwen
verkleinwoord dievenklauwtje dievenklauwtjes

Zelfstandig naamwoord

de dievenklauwv / m

  1. (techniek) onderdeel van een scharnier om deuren en ramen te beveiligen tegen inbraak
    • De dievenklauwen gaven de bewoners een veilig gevoel. 

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be