• die·sel·tank
enkelvoud meervoud
naamwoord dieseltank dieseltanks
verkleinwoord

de dieseltankm

  1. opslagplaats voor diesel
     De trein reed gisteravond door nog onbekende oorzaak door een stootblok, sloeg een gat van 30 meter breed in een watersportzaak en duwde daarbij een lege dieseltank voor zich uit. De trein eindigde op een plein achter de winkel.[1]
     Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de kwaliteit van de brandblusinstallaties, het opslaan van gevaarlijke stoffen die niet bij elkaar mogen staan, het onveilige gedrag van vorkheftruck-chauffeurs, een onbeschermde dieseltank en open vuur op plaatsen waar dat uit den boze is .[2]


  1.   Weblink bron “Raad onderzoekt treincrash Stavoren” (Maandag 26 juli 2010, 15:01), NOS
  2.   Weblink bron “Chemie-Pack vaker op vingers getikt” (Woensdag 12 januari 2011, 22:10), NOS