• die·ren·win·kel
enkelvoud meervoud
naamwoord dierenwinkel dierenwinkels
verkleinwoord dierenwinkeltje dierenwinkeltjes

de dierenwinkelm

  1. winkel waar huisdieren, hun voeder en middelen voor het houden van dieren verkocht worden


100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be