Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • diep·te·bal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dieptebal diepteballen
verkleinwoord diepteballetje diepteballetjes

Zelfstandig naamwoord

de dieptebalm

  1. (sport) een ver naar voren gespeelde bal
     Peters schoot nog hoog over het doel van de gasten na een dieptebal van Cuco Martina. Bij rust stond het 0-0.[1]
     'Mijn assistent riep dat het toch een overtreding was. De dieptebal kon ik niet bijhouden. Dan blijkt waarschijnlijk toch dat je te oud wordt', grapte Bossen, die bezig is aan zijn laatste seizoen als scheidsrechter in het betaalde voetbal. 'Als de assistent het roept weet je direct dat het rood waard is, want hij voorkomt scoringskans', aldus Bossen.[2]

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Remise Twente-beloften thuis tegen Helmond Sport” (07-10-2013), Tubantia
  2.   Weblink bron “Twijfelende Bossen: 'Mijn assistent riep dat 't toch een overtreding was'” (7 april 2013), Het Parool
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be