dienstwagen
- Geluid: dienstwagen (hulp, bestand)
- dienst·wa·gen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dienstwagen | dienstwagens |
verkleinwoord | dienstwagentje | dienstwagentjes |
de dienstwagen m
- auto die men voor zijn werk gebruikt
- ▸ Niet alleen de paus zelf zal het fijn vinden om in vaderland Duitsland te zijn voor een staatsbezoek. Dat geldt ook voor zijn dienstwagen, de pausmobiel. De wereldberoemde auto met de hoge kogelvrije ruiten aan de achterkant is net als de paus in Duitsland gebouwd, door Mercedes Benz.[2]
- ▸ Toen het conflict in de woning uit de hand liep en de agent zijn honden wilde halen, lagen ze dood in de dienstwagen.[3]
- Het woord dienstwagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Ook de Pausmobiel is weer even thuis” (Donderdag 22 september 2011, 13:22), NOS
- ↑ Weblink bron “Twee politiehonden sterven in auto” (Dinsdag 29 juni 2010, 14:03), NOS