Nederlands

 
diefijzer
Uitspraak
Woordafbreking
  • dief·ij·zer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord diefijzer diefijzers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het diefijzero

  1. (bouwkunde) voorzieningen in de vorm van spijlen of traliestaven, van vierkante of ronde stalen staven, in de dag van een raamkozijn of voor een keldergat aangebracht, om ongewenste indringers buiten te houden

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen