Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dic·teer·snel·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dicteersnelheid dicteersnelheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de dicteersnelheidv

  1. snelheid van voorlezen waarmee het nog mogelijk is het gezegde op te schrijven

Gangbaarheid