dictatoriaal
- dic·ta·to·ri·aal
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | dictatoriaal | dictatorialer | dictatoriaalst |
verbogen | dictatoriale | dictatorialere | dictatoriaalste |
partitief | dictatoriaals | dictatorialers | - |
dictatoriaal [1]
- van, door een dictator
- ▸ Ïn Zuid-Korea legt de overheid verantwoording af aan de burgers en heeft de bevolking volop economische kansen; het land is zeer welvarend", aldus de Nederlandse uitgever bij het verschijnen van dat boek. "Noord-Korea wordt dictatoriaal geregeerd en kent al tientallen jaren onderdrukking en hongersnood."[2]
- heerszuchtig
- Het woord dictatoriaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dictatoriaal" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Nobelprijs Economie voor onderzoek naar verschillen in welvaart tussen landen” (14-10-2024), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be