diastase
- dia·sta·se
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eiwitachtig ferment’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- met het voorvoegsel dia- en met het achtervoegsel -stase [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diastase | diastasen |
verkleinwoord | diastasetje | diastasetjes |
- (scheikunde) enzym dat zetmeel omzet in maltose
- (medisch) het uiteenwijken van beenderen zonder ontwrichting
- [1] amylase
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord 'diastase' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "diastase" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ diastase op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).