Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·ar·ree·aan·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord diarreeaanval diarreeaanvallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de diarreeaanvalm

  1. plotseling opkomende, heftige diarree
     Burgemeester Kuiper stelde na bestudering van de Gemeentewet dat Van Beek zich niet van stemmen mocht onthouden. De CDA-burgemeester zei echter „dat het anders zou zijn als iemand een diarreeaanval krijgt.” Aldus geschiedde. Van Beek trok zich terug op het toilet en miste daardoor de stemming.[1]
     In haar situatie is de reguliere thuiszorg geen alternatief, omdat die thuiszorgers er niet zijn op de momenten dat zij hen nodig heeft, bijvoorbeeld bij een plotselinge diarree-aanval.[2]
     Om haar heen lag braaksel, de achterkant van haar nachtjapon was bevuild. De diarreeaanval had als een sluipmoordenaar in vol daglicht toegeslagen.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Raadslid veinst diarreeaanval bij stemming” (22-12-2006), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron
    Dick Kits
    “Ouderenzorg gedupeerd door Belastingdienst” (23-12-2013), Reformatorisch Dagblad
  3. All-inclusive”   (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht  , ISBN 90-229-9182-2