diachroon
- di·a·chroon
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | diachroon | diachroner | diachroonst |
verbogen | diachrone | diachronere | diachroonste |
partitief | diachroons | diachroners | - |
diachroon [2]
- de verschijnselen in hun tijdsvolgordelijke (historische) ontwikkeling beschouwend
- Het woord diachroon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "diachroon" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ diachroon op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be