• di·a·bo·li·se·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
diaboliseren
diaboliseerde
gediaboliseerd
zwak -d volledig

diaboliseren

  1. overgankelijk iets of iemand systematisch zeer ongunstig voorstellen
89 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be