detaillistisch
- de·tail·lis·tisch
- afgeleid van detaillist met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | detaillistisch | detaillistischer | |
verbogen | detaillistische | detaillistischere | |
partitief | detaillistisch | detaillistischers | - |
detaillistisch [1]
- met betrekking tot het detaillisme
- Het woord detaillistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.