Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • des·tem·plan·za
enkelvoud meervoud
destemplanza destemplanzas

Zelfstandig naamwoord

destemplanza v

  1. (muziek) vals, ontstemd zijn
  2. (meteorologie) guurheid
  3. (medisch) lichte ongesteldheid
  4. onbeheerstheid, barsheid
  5. uitval, sneer

Verwijzingen