Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·sign·stoel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord designstoel designstoelen
verkleinwoord designstoeltje designstoeltjes

Zelfstandig naamwoord

de designstoelm

  1. een met zorg ontworpen, extra fraaie stoel
     De anderen stonden met een glas in hun hand rond de enorme ellipsvormige vergadertafel van een roodbruin glanzende houtsoort, panoramaramen langs de lange zode naar de Riddarfârden, een wonderbaarlijk uitzicht op storm en stromende regen daarbuiten, her en der verlichting van glazen lampen van oranje kunsthandwerk, witte plastic Danish designstoelen rond de vergadertafel.[1]
     Onvoorstelbaar: 250 stoelen opstapelen en toch niet hoger uitkomen dan een meter. Het kan met de Flux chair, een opvouwbare designstoel van 4 millimeter dik kunststof. Eenvoudig te vervoeren, nog gemakkelijker op te bergen. Op te leuken met reclame of verlichting van binnenuit.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149
  2.   Weblink bron
    Gerard ten Voorde
    “Duizenden Nederlandse geregistreerde uitvindingen” (11 juni 2010), Reformatorisch Dagblad