desensibiliseren
- de·sen·si·bi·li·se·ren
- afgeleid van het Franse désensibiliser (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -iseren)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
desensibiliseren |
desensibiliseerde |
gedesensibiliseerd |
zwak -d | volledig |
desensibiliseren
- overgankelijk ongevoelig maken
- ook (medisch)
- Het woord desensibiliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.