des middags
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: des middags (hulp, bestand)
- IPA: /dɛsˈmɪdɑxs/
Woordafbreking
- des mid·dags
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van des en middags, de genitief van "de middag"
Bijwoord
des middags
- (verouderd) (tijdrekening) gedurende de de tijd tussen ongeveer 12:00 en 18:00 uur
- ▸ In februari 1946 verspreidde de Bijenkorf-directie een circulaire waarin werd aangekondigd hoe de staking zou worden herdacht: “Evenals 5 jaar geleden zal op Maandag 25 Februari onze zaak des middags gesloten zijn.”[1]
Synoniemen
- [1] 's middags
Opmerkingen
- Naast het gebruik als bijwoord komt deze frase ook voor als een verouderde vorm van de bijvoeglijke bepaling "van de tijd tussen ongeveer 12:00 en 18:00 uur" of een nog sterker verouderd "van de tijd rond 12:00 uur".
- ∗ ⧖ Het was volle maan en haar avondlicht blonk op de kroonen der zuidelijke palmen even helder als de herfstzon des middags op de kruinen der eiken in noordelijker streken.[2]
- ∗ ⧖ Willem nam zijne afwezigheid te baat, greep handen vol zand, wierp die op de kroppen, schudde het mandje toen frisch heen en weder, zoodat het zand tusschen de blaadjes drong, en veroorzaakte daardoor, dat de anders smakelijke spijs des middags tusschen de tanden kraakte, en schoon men door wasschen de salade zuiver had trachten te krijgen, altijd nog zandkorreltjes behield, die veel van hare lekkerheid wegnamen.[3]
Gangbaarheid
- Het woord 'des middags' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Henk van Gelder“De arisering van de Bijenkorf” (25 februari 1991) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Jagt-avonturen. in: Vaderlandsche Letteroefeningen., jrg. 92 deel 2 nr. 11 (november 1852), J. Stemvers, Amsterdam, p. 530
- ↑ Weblink bron “Zes oorspronkelijk Nederduitsche verhalen.”, 2e druk (1836), Ten Brink & De Vries, Amsterdam, p. 8