deprogrammeren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·pro·gram·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse déprogrammer (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -eren)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
deprogrammeren |
deprogrammeerde |
gedeprogrammeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
deprogrammeren
- overgankelijk genezen van de gevolgen van een hersenspoeling
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord deprogrammeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.