programmeren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pro·gram·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse programmer met het achtervoegsel -eren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
programmeren |
programmeerde |
geprogrammeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
programmeren overgankelijk
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. het schrijven van computerporgramma
Gangbaarheid
- Het woord programmeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "programmeren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be