Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·gram·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
programmeren
programmeerde
geprogrammeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

programmeren overgankelijk

  1. het schrijven van een computerprogramma
  2. strak plannen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be