Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·po·ner

Werkwoord

deponer

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
deponer
deponía
depuesto
volledig
  1. onovergankelijk deponeren, een verklaring afleggen
  2. overgankelijk afzetten, ontslaan (van hoge ambtenaar)
  3. neerleggen (van de wapens)
Synoniemen

Verwijzingen