dennenhout
- Geluid: dennenhout (hulp, bestand)
- den·nen·hout
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dennenhout | |
verkleinwoord |
het dennenhout o
- hout afkomstig van de dennenboom Abies
- ▸ Door de natte weersomstandigheden was het dit jaar een extra zware klus om het dennenhout op de wagens te krijgen.[2]
- ▸ De aanleg van de Hanzelijn heeft veel nieuw materiaal voor archeologen opgeleverd, omdat de spoorlijn door een deel van Nederland loopt waar nog maar zelden is gegraven. Zo zijn zowel in Flevoland als in Gelderland lijmproductieplaatsen uit de steentijd aangetroffen. Daar werd pek of teer uit dennenhout gewonnen om gereedschappen in elkaar te kunnen lijmen.[3]
- Het woord dennenhout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Paastradities weer volgens eeuwenoud patroon” (05-04-2010), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Cannabis van 4200 jaar oud in graf Hanzelijn” (10-04-2012), Tubantia