Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • denkt te·rug
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
terugdenken

denkt (…) terug

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugdenken
    • Jij denkt terug. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugdenken
    • Hij denkt terug. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van terugdenken
    • Denkt terug! 

Gangbaarheid