denivelleren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·ni·vel·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
denivelleren |
denivelleerde |
gedenivelleerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
denivelleren
- overgankelijk op een verschillend peil brengen, een nivellering ongedaan maken
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord denivelleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.