Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·mo·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘verlaging in rang’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
  • afgeleid van motie met het voorvoegsel de- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord demotie demoties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de demotiev

  1. verlaging in rang, gaan werken in een lagere functie tegen een lager salaris
    • "Oudere vindt demotie vaak geen probleem" [3] 
Antoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen