• de·le·ten
  • Ontleend aan het Engelse to delete (verwijderen).
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
deleten
/diˈlitə(n)/
deletete
/diˈlitə/
gedeletet
/ɣədiˈlit/
zwak -t volledig

deleten

  1. overgankelijk (informatica) het verwijderen van bestanden op een elektronisch apparaat
    • Dat virus heeft enkele bestanden van mijn harde schijf gedeletet. 
94 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be