dekzwabber
- Geluid: dekzwabber (hulp, bestand)
- dek·zwab·ber
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dekzwabber | dekzwabbers |
verkleinwoord |
de dekzwabber m
- dweil aan een stok waarmee men het dek van een schip kan schoonmaken
- ▸ Ruhe denkt dat er twee redenen zijn dat dit stuk geschiedenis verloren ging. "Het is nooit onderdeel geweest van de klederdracht, het was gewoon werkgoed. Die dingen werden versteld totdat het niet meer de moeite waard was en eindigden dan als dekzwabber. Er zijn er nog maar een paar bewaard en die zijn bijna allemaal van recentere datum."[2]
- Het woord dekzwabber staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Lambert Teuwissen“Visserstruien vergeten erfgoed” (Vrijdag 4 oktober 2013, 20:31), NOS