defenderen
- Geluid: defenderen (hulp, bestand)
- de·fen·de·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
defenderen |
defendeerde |
gedefendeerd |
zwak -d | volledig |
defenderen
- (verouderd) (zich) verdedigen
1. zie: verdedigen
- Het woord 'defenderen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.