Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deel·eco·no·mie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord deeleconomie deeleconomieën
verkleinwoord deeleconomietje deeleconomietjes

Zelfstandig naamwoord

de deeleconomiev

  1. (economie) de economie waarin mensen goederen met elkaar delen en collectief consumeren
    • In de deeleconomie lenen mensen hun boormachine en auto aan elkaar uit. 

Meer informatie

Gangbaarheid