deelcertificaat
- deel·cer·ti·fi·caat
- samenstelling van deel zn en certificaat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | deelcertificaat | deelcertificaten |
verkleinwoord | - | - |
het deelcertificaat o
- (onderwijs) een schriftelijk bewijs van het slagen voor een of meer onderdelen van een cursus, van een vakkenpakket
- Het woord deelcertificaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.