debuut
- de·buut
- Van het Franse début
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | debuut | debuten |
verkleinwoord | debuutje | debuutjes |
het debuut o
- het eerste publieke optreden van een artiest
- Het debuut vond plaats in de schouwburg.
- de eerste keer dat men iets doet
- ▸ Of lag hij die ophitsende lectuur te lezen om in de stemming te komen voor zijn debuut als moordenaarsheld? Dat kon ook.[1]
- de eerste publicatie van een schrijver
- 'Bij nader inzien' is het debuut van J.J.Voskuil.
- Het woord debuut staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "debuut" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be