Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deal·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord dealmaker dealmakers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dealmakerm

  1. iemand die een overeenkomst kan samenstellen en sluiten
     Het is alom bekend dat de invloedrijke Nationale Veiligheidsadviseur in Washington, John Bolton, een havik is die het liefst vandaag nog regime change ziet in Teheran. Desnoods via militair ingrijpen. Maar wat wil de president? Sommige commentatoren denken dat Donald Trump een gewapend conflict met Iran niet zal toestaan. De president zou liever met Iraanse leiders rond de tafel willen zitten, al was het maar om zijn reputatie als fameuze dealmaker te kunnen bevestigen.[2]
     Direct na de deal verschenen vrolijke foto s van het tekenmoment. Ajax-directeuren Menno Geelen en Edwin van der Sar, zittend voor een wand vol Chinese tekens met een pen in de hand, geflankeerd door een Britse dealmaker van het Aziatische gokbedrijf KB88.[3]
     Precies vast te stellen is dat niet. Maar als er slechts een fractie van zou kloppen, dan werpt dat een ander licht op de kosten van de monarchie. Koning Willem-Alexander zou dan een dealmaker van formaat zijn, een koopman die het predicaat ‘koninklijk’ meer dan waard is.[4]


Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. dealmaker op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Haviken in VS en Iran worden sterker, maar komt een oorlog dichterbij?” (Vrijdag 10 mei 2019, 16:24), NOS
  3.   Weblink bron
    Arjan Dijksma
    “Aziatisch gokkantoor sluit unieke deal met Ajax” (Vrijdag 21 juli 2017, 18:59), NOS
  4.   Weblink bron
    Piet van Asseldonk
    “Willem-Alexander, sales executive” (Woensdag 29 oktober 2014, 08:58), NOS