deactualiseren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: deactualiseren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdeɑktyˌwaliˌzerə(n) / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- de·ac·tu·a·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van actualiseren met het voorvoegsel de-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
deactualiseren |
deactualiseerde |
gedeactualiseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
deactualiseren
- overgankelijk voor dit moment minder belangrijk maken
- ▸ Bovendien is het mogelijk om met behulp van zo'n perspectief contemporaine spanningen en problemen enigermate te deactualiseren, waardoor hoofd- en bijzaken beter van elkaar te scheiden zijn.[1]
Antoniemen
- actualiseren (1)
Gangbaarheid
- Het woord deactualiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Paul Kapteyn“Taboe, ontwikkelingen in macht en moraal speciaal in Nederland.”, proefschrift (1980), De Arbeiderspers, Amsterdam, ISBN 9029524804, p. 44 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren