deactualiseerde
- de·ac·tu·a·li·seer·de
vervoeging van |
---|
deactualiseren |
deactualiseerde
- enkelvoud verleden tijd van deactualiseren
- Ik deactualiseerde.
- Jij deactualiseerde.
- Hij, zij, het deactualiseerde.
- Ik deactualiseerde.
- Het woord deactualiseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.