Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • da·ta·li·miet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord datalimiet datalimieten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de datalimietv / m

  1. (informatica) de maximale hoeveelheid gegevens die men via een bepaalde verbinding, zonder extra vergoeding, kan verzenden en ontvangen
     Volgens Koek heeft het overgrote deel van de consumenten genoeg aan de 1 gigabyte datalimiet per maand. De rest die meer wil, kan een duurder abonnement nemen. Wel heeft Vodafone mVoIP geblokkeerd voor gebruikers met een normaal abonnement. Overigens voegt Koek eraan toe dat hij "niet in de toekomst kan kijken".[1]
     Langzaam internet, hoge telefoonrekeningen na overschrijding van je datalimiet en functies waar je ineens extra voor moet betalen: als je daar regelmatig tegenaan loopt, ben je niet de enige. Tot 95% van de Europese internetters heeft op een of andere manier te maken met beperkingen in internetverkeer en providers die niet doen wat ze beloven.[2]
     Gegevensgebruik is hiervoor de populairste applicatie op de iPhone. Voor 79 cent houdt dit programma maandelijks bij hoeveel op de telefoon wordt geïnternet en geeft het een waarschuwing als de datalimiet in zicht komt. Een ander programma is het gratis Onavo. Die app probeert tegelijkertijd de data die binnenkomt te verkleinen.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “KPN: gebruik apps gaat geld kosten” (Donderdag 21 april 2011, 19:34), NOS
  2.   Weblink bron “Neelie: geen dwang, wel regels voor providers” (Woensdag 30 mei 2012, 13:14), NOS
  3.   Weblink bron “Smartphone kan niet meer zonder datateller” (Zondag 14 augustus 2011, 14:17), NOS