dankt af
- dankt af
vervoeging van |
---|
afdanken |
dankt (…) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdanken
- Jij dankt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdanken
- Hij dankt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afdanken
- Dankt af!
- Het woord dankt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.