Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dankt

Werkwoord

vervoeging van
danken

dankt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van danken
    • Jij dankt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van danken
    • Hij dankt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van danken
    • Dankt!