• da·me·vleu·gel
enkelvoud meervoud
naamwoord damevleugel damevleugels
verkleinwoord

de damevleugelm

  1. (schaak) kant van het schaakspel waar de dame bij het begin van het spel staat
     De met wit spelende uitdager Anand viel aan over de damevleugel en Carlsen werd vooral door de oprukkende pionnen in het nauw gedreven. Na Anands zeventiende zet (Pg5) had Carlsen ruim een half uur nodig voor een antwoord.[2]
     Carlsen voerde echter de druk op door zijn pionnen op de damevleugel op te offeren om de f-pion vrije doorgang te geven. In de cruciale fase koos Anand voor het vertragende 60. Ta4 waar 60. b4 beter was en die keuze werd hem fataal.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Tweekamp: Anand trekt stand gelijk” (Dinsdag 11 november 2014, 20:41), NOS
  3.   Weblink bron “Carlsen neemt afstand van Anand” (Zaterdag 16 november 2013, 17:15), NOS