damessalon
  • da·mes·sa·lon
enkelvoud meervoud
naamwoord damessalon damessalons
verkleinwoord

het damessalono

  1. (bouwkunde) (wonen) ruimte waarin alleen dames mogen komen
     Onder de Nijmeegse Waalbrug bijten de dj’s van COC Damessalon om 18.00 uur het spits af. In het nabijgelegen theaterschip De Zeester speelt Anne van Rijn vanaf 21.00 uur lesbische countryliedjes. De andere optredens worden onder meer verzorgd door The Klittens en White Cowbell Oklahoma.[1]
     'Lieve god, je ziet eruit als Franz Diener op de dag erna' barstte Poulette spontaan uit toen ze de kleine gele damessalon op de tweede verdieping binnenkwam.[2]
  2. kapper voor vrouwen


  1.   Weblink bron
    Lars Barendregt
    “De Kaaij komt op Roze Woensdag met programma voor ‘vrouwen die (ook) van vrouwen houden’” (16-07-2019), Tubantia
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691