Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • da·mar·tok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord damartok damartokken
verkleinwoord damartokje damartokjes

Zelfstandig naamwoord

damartok

  1. (neushoornvogelachtigen) Tockus damarensis   een neushoornvogel die voorkomt in het Afrotropisch gebied. De soort wordt soms nog beschouwd als een ondersoort van de roodsnaveltok (T. erythrorhynchus damarensis)

Gangbaarheid

Meer informatie