daguitstap
- Geluid: daguitstap (hulp, bestand)
- dag·uit·stap
- samenstelling van dag zn en uitstap zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | daguitstap | daguitstappen |
verkleinwoord | daguitstapje | daguitstapjes |
de daguitstap m
- reis die één dag duurt zonder overnachting
- Het woord daguitstap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Knuppel uit de zak” (21/08/2009), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron wle, poj, km“Scholen mogen weer op daguitstap” (23/02/2021), De Standaard