Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dag·roos·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dagrooster dagroosters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het dagroostero

  1. een overzicht van de activiteiten en de tijden waarop die plaatsvinden van een dag


Gangbaarheid