dactylus
- dac·ty·lus
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘versvoet met één beklemtoonde en twee onbeklemtoonde lettergrepen’ voor het eerst aangetroffen in 1784 [1]
- Afgeleid van het Griekse woord dáktylos ("vinger").
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dactylus | dactylen dactyli |
verkleinwoord |
de dactylus m
- (letterkunde) een versvoet die bestaat uit een beklemtoonde lettergreep gevolgd door twee onbeklemtoonde lettergrepen
- Het woord dactylus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dactylus" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "dactylus" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Good, John Mason; Olinthus Gregory en Newton Bosworth (1819). Pantologia: A new cabinet cyclopaedia, comprehending a complete series of essays, treatises, and systems, alphabetically arranged; with a general dictionary of arts, sciences, and words. Uitg.: J. Walker. Dit werk bevindt zich in het publiek domein.