• daar·van·daan
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     vandaan  
 persoonlijk     ervandaan  
aanwijz.   nabij     hiervandaan  
  veraf     daarvandaan  
  vragend/betrekk.     waarvandaan  

(scheidbaar)
daarvandaan

  1. vervangt *van dat/die vandaan
    • Je kunt daarvandaan beter eerst de snelweg nemen. 
    • Heb je daar dat kleedje vandaan? 
88 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be