• daar·on·der
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     onder  
 persoonlijk     eronder  
aanwijz.   nabij     hieronder  
  veraf     daaronder  
  vragend/betrekk.     waaronder  

(scheidbaar)
daaronder

  1. vervangt *onder dat, onder die
    • Daaronder wordt iets anders verstaan. 
    • Ik heb een dikke buik maar daar lijd ik niet onder. 
     Ze droeg een zachtgroen, haute-couturemantelpakje dat ongetwijfeld een maandsalaris kostte. Daaronder een satijnen blouse die niet uit de schappen van H&M kwam.[1]
  2. daar beneden, beneden wat eerder genoemd is
    • Zie je die stapel boeken? Daaronder ligt de brief. 
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]