Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • daar·bo·ven·uit
Woordherkomst en -opbouw
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     bovenuit  
 persoonlijk     erbovenuit  
aanwijz.   nabij     hierbovenuit  
  veraf     daarbovenuit  
  vragend/betrekk.     waarbovenuit  

Voornaamwoordelijk bijwoord

(scheidbaar)
daarbovenuit

  1. meer, extra: boven+dat+uit, boven+die+uit
     Het migratiesaldo, oftewel het aantal nieuwkomers min het aantal mensen dat uit Nederland vertrekt, mag niet hoger zijn dan 50.000 per jaar. Het gaat dan behalve over asielzoekers ook over buitenlandse studenten en arbeidsmigranten. Het gaat om een richtgetal, zegt Omtzigt. "Als je daarbovenuit komt, moet je aanvullend beleid voeren."[1]
     Die ochtend ontvangt postdoctoraal onderzoeker Marco Drago in zijn kantoor in Duitsland een automatische e-mail-waarschuwing van LIGO, en klikt op de links in het bericht. ‘Op zijn computerscherm verschijnen grafieken die de output van de detector tonen’, schrijft Schilling. ‘Hij weet hoe die grafieken eruit horen te zien: bibberende lijntjes, die de ongelofelijk kleine bewegingen weergeven van de kwartsspiegels die aan de uiteinden van de armen van de interferometer hangen. […] Maar deze keer is het anders. Ja, de ruis is er ook. Maar daarbovenuit prijkt een veel sterker signaal: een sinusgolf die op een neer gaat. Steeds sterker. Steeds sneller. Totdat hij snel uitsterft en de achtergrondruis het weer overneemt.’[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Verkiezingsprogramma NSC draait in eerste plaats om beter bestuur” (Dinsdag 24 oktober 2023, 10:34), NOS
  2.   Weblink bron “De ruimtetijd deint en danst” (18 september 2017), NewScientist