daalden af
- Geluid: daalden af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdaldə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
- daal·den af
vervoeging van |
---|
afdalen |
daalden (…) af
- meervoud verleden tijd van afdalen
- Wij daalden af.
- Jullie daalden af.
- Zij daalden af.
- Wij daalden af.
- Het woord daalden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.